Wanneer je laminaat gaat leggen kun je dit gemakkelijk zelf af, mits je natuurlijk wel op een aantal zaken let! Wanneer je van deze punten af weet is het leggen een stuk makkelijker. Bijvoorbeeld hoe je laminaat zaagt met een decoupeerzaag. Dit klinkt misschien lastig. Zeker wanneer je nog nooit een decoupeermachine hebt vastgehouden, maar met de juiste handleiding en hulpmiddelen wordt dit een stuk makkelijker dan gedacht. In deze blog worden een drietal belangrijke aandachtspunten behandeld bij het leggen van een laminatenvloer. Te beginnen met het eerste punt ‘afmeten’.
1. Meet de ruimte op
Voordat je laminaatplanken gaat bestellen moet je natuurlijk wel weten hoeveel laminaatplanken je nodigt hebt. Aldus ‘meten is weten’. Tijd om eens het één en ander te gaan opmeten. Het aantal planken in een doos worden aangegeven met een aantal vierkante meter. Vaak is één doos 10 vierkante meter. Hoe groot jouw vloer is? Dat is makkelijk te berekenen door lengte x breedte van de ruimte te doen. Het aantal vierkante meter dat hieruit komt doe je x 110 %, zodat je altijd 10% speling hebt voor zaagverspillingen. Kortom het leggen is daarmee een peulenschil!
2. Maak gebruik van de juiste zaag
De ruimte is qua lengte niet precies gelijk aan een X aantal laminaatplanken. Je zult de laatste plank in de rij dus moeten afkorten. Het afkorten van een laminaatplank kan op verschillende manieren. Je kunt hiervoor een afkortzaag, handzaag of decoupeerzaag gebruiken. De afkortzaag heeft een perfecte zaagsnede, maar de decoupeerzaag is weer ideaal voor het zagen van bochten of rare hoeken. Met het Bosch zaagstation is het zelfs mogelijk om een perfecte zaagsnede te maken met een decoupeermachine.
3. Houd voldoende speling
Een laminaatvloer moet voordat die wordt gelegd 48 uur acclimatiseren. Dit houdt in dat die moet wennen aan de temperatuur en vochtigheidsgraad. Dit doe je door de planken in het midden van een ruimte te leggen. Ook bij het leggen moet aan alle kanten van de muur 1 cm speling zijn. Dit om voldoende speling te behouden bij het uitzetten van de plank. Dit voorkomt dat planken bol gaan staan.